Stap 3: Stel een coördinator aan (Wams)
Hieronder lichten we deze stapsgewijze, gecoördineerde aanpak per stap toe. Stappen 1 tot en met 3 volgen na elkaar. Stap 4 en 5 kunnen elk op meerdere momenten in het proces ingezet worden.
Om te bepalen of er sprake is van meervoudige problematiek, ga je als professional het gesprek met de inwoner op het juiste manier aan. Bij een melding, contact of vraag verken je samen de hulpvraag én inventariseer je of er meer problemen spelen die met elkaar samenhangen. De versterking aanpak meervoudige problematiek (Wams) bestaat uit 5 stappen.
De gecoördineerde aanpak
De gecoördineerde aanpak bestaat uit de volgende onderdelen:
Een beknopte beschrijving van de problematiek en de samenhang hiertussen;
De doelen van de aanpak
Afspraken over de in te zetten voorzieningen, interventies, hulp en zorg:
Welke partij wat doet op welk moment;
Wie optreedt als coördinator.
Informatie over de voortgang van de aanpak;
Het bijstellen van de aanpak wanneer dit nodig is (in overleg met de inwoner en betrokken partijen);
Indien nodig het casusoverleg (stap 4).
Deelnemers
Alleen de partijen die direct zijn betrokken bij de aanpak nemen deel aan de gecoördineerde aanpak. Dit zijn dus niet alle partijen in het samenwerkingsnetwerk. Andere deelnemers zijn de inwoner(s) en de coördinator.
De coördinator
De coördinator staat ook wel bekend als de regisseur binnen het adagium 1 gezin – 1 plan – 1 regisseur. Benoem de coördinator vanuit een logische positie, bijvoorbeeld binnen het domein waar het merendeel van de hulpvraag van de inwoner ligt. Als het zwaartepunt van de gecoördineerde aanpak zich bijvoorbeeld (in eerste instantie) richt op het inzetten van jeugdhulp, dan is het logisch een coördinator te benoemen uit het domein jeugdhulp.
Taken van de coördinator
Let op: de coördinator is niet de baas over de uitvoering van de aanpak. Die verantwoordelijkheid blijft bij de betrokken partijen.
De coördinator:
- 01
- 02
- 03
Staat naast de inwoner(s) en is het eerste aanspreekpunt bij vragen of problemen;
- 04
Is het aanspreekpunt voor betrokken partijen, bijvoorbeeld bij knelpunten in de aanpak;
- 05
Bewaakt de voortgang op gemaakte afspraken uit de gecoördineerde aanpak;
- 06
Zorgt dat afspraken die niet zijn nagekomen worden opgevolgd;
- 07
Signaleert wanneer de aanpak moet worden bijgesteld en stemt dit af met de inwoner(s) en betrokken partijen;
- 08
Belegt een casusoverleg wanneer dit nodig is;
- 09
Zorgt dat de inwoner op de hoogte blijft en mee kan sturen.
Het coördinatiedossier
De coördinator en de partijen die bij de aanpak zijn betrokken hebben toegang tot het coördinatiedossier. Hierin staat alleen de informatie die noodzakelijk is voor de gecoördineerde aanpak, waaronder:
Een beknopte beschrijving van de problematiek en samenhang hiertussen;
De doelen voor de gecoördineerde aanpak;
Afspraken over welke partij inzet op welke voorzieningen, interventies, hulp en zorg;
Informatie over de voortgang;
Informatie over de betrokken partijen en contactpersonen.
Let op: het coördinatiedossier is geen inhoudelijk dossier.
Inhoudelijke dossiers blijven bij de betreffende afdelingen, denk aan het schuldendossier bij schuldhulpverlening, het zorgdossier bij de zorgpartij. Wanneer bijvoorbeeld de schuldhulpverlener ook coördinator is, dan heeft de schuldhulpverlener 2 gescheiden dossiers: het regie/coördinatordossier en het inhoudelijk dossier.
De volgende stap
Een casusoverleg is nodig om een gecoördineerde aanpak succesvol uit te kunnen voeren. Bijvoorbeeld om de taken tussen alle betrokken partijen goed te kunnen formuleren. Of om de aanpak bij te stellen. Ga verder naar ‘Stap 4: Houd een casusoverleg’.