MDO in de jeugdhulp? 10 praktische tips voor ouders
Het project 'Wel in Ontwikkeling' ontwikkelde samen met ouders een toegankelijke en bruikbare handreiking voor MDO-gesprekken. De tips geven ouders concrete manieren om zich inhoudelijk én emotioneel goed voor te bereiden en zo sterker aan tafel te zitten. Ook roept het document vragen op over de voorbereiding van professionals. Een mogelijke vervolgstap?
Als ouder wil je niets liever dan dat je kind zich goed voelt, op school en daarbuiten. Soms is daar extra hulp voor nodig. Dan organiseert de school een Multidisciplinair Overleg (MDO). Een spannend moment, want er zitten meerdere mensen aan tafel: leraren, hulpverleners en jij als ouder. Hoe zorg je dat je je gehoord voelt? Hoe kun je jouw zorgen en inzichten goed overbrengen?
Het project 'Wel in Ontwikkeling' verzamelde inzichten en ervaringen van ouders en professionals en vertaalde die in 10 concrete tips. Tips die helpen om je als ouder krachtig, bewust en ontspannen voor te bereiden op het gesprek. Want hoe beter je voorbereid bent, hoe groter de kans op een goed resultaat voor je kind.
De 10 tips op een rij
Waarom?
Veel ouders voelen zich tijdens een MDO een gast in een overleg dat over hun kind gaat. Maar jij bent als ouder een belangrijk lid van het MDO. Jouw kennis over je kind is onmisbaar.
Wat levert dit op?
Jij ziet jezelf als gelijkwaardige deelnemer in het gesprek. Omdat je echt meedoet aan het gesprek kun je goed vertellen hoe jij het als ouder ziet. Je denkt vooraf al goed na over het gesprek. Je kunt daardoor ook beter luisteren naar wat de anderen zeggen.
Hoe doe je dit?
- Zeg dat je graag samen de agenda voor het overleg samenstelt of denk mee over
de punten die besproken worden. - Bedenk wie jij en jouw kind zelf graag aan tafel willen hebben.
- Bedenk welke informatie jij kunt vertellen die anderen niet hebben.
- Schrijf vooraf drie punten op die je echt niet wilt vergeten te zeggen.
- Schrijf vooraf op wat werkt en wat niet werkt voor je kind en voor jou als ouder.
- Geef, als dat nodig is, aan hoe het overleg fijner kan verlopen. Bijvoorbeeld: “Ik
merk dat ik soms te weinig tijd krijg om uit te leggen hoe mijn kind zich thuis
gedraagt. Kunnen we daar ruimte voor maken?” - Spreek jouw verwachting uit. Bijvoorbeeld: “Wat ik hoop is dat we vandaag een
duidelijk plan maken met afspraken wie wat doet. Is dat haalbaar?”
Waarom?
- Misschien waren eerdere gesprekken of ervaringen met school of instanties lastig of
niet zo fijn. Als je dat oude gevoel meeneemt ga je met spanning een gesprek in. Dat is
niet raar, want het gaat tenslotte om je kind. Het is wel belangrijk om dit van jezelf te
weten. Je wil niet dat die oude ervaringen zorgen dat je nu het gesprek minder fijn kan
voeren. - Misschien is er eigen pijn of angst. Soms plak je als ouder zonder dat je het in de gaten hebt je eigen angsten, je ervaringen en je zorgen op de situatie van je kind. Je wilt dat jouw kind niet de pijn voelt die jij voelt of hebt gevoeld vroeger. Het is best lastig om je eigen rugzak met pijn en angst af te zetten in gesprekken over je kind. Maar het is wel belangrijk. Vraag dus vooral ook aan je kind wat hij of zij zélf wil of denkt.
Wat levert het op?
Je kunt met minder lading of spanning het gesprek ingaan door te weten wat nú precies speelt en wat misschien jouw oude pijn is. Je gaat het hebben over wat nu in dit geval nodig is om samen een oplossing te vinden.
Hoe doe je dit?
- Schrijf op: welke zorgen heb ik nu echt over mijn kind? En welke gevoelens
komen van eerdere ervaringen en vind ik lastig? - Vraag jezelf: als ik mijn irritatie weglaat, wat is dan écht belangrijk om vandaag
te bespreken? - Herken woorden of zinnen die je kunnen raken waardoor je boos of verdrietig
wordt. Als je weet welke woorden jou snel raken, kun je van tevoren bedenken
hoe je daar rustig op reageert. - Vraag een iemand die jij vertrouwt om hier met je over na te denken als je dit
lastig vindt.
Waarom?
In de spanning van het moment kan iemand sneller in emotie raken. Dat mag er zijn maar het helpt soms niet om je verhaal goed te vertellen. Een ankerpunt helpt je om gefocust te blijven op wat je wil bespreken. Een ankerpunt is een gedachte (een zin), of een klein voorwerp dat jou in het gesprek kan helpen herinneren aan je doel. Ook als je het in het gesprek even lastig hebt, of als het gesprek anders loopt dat je had verwacht. Het kan je helpen om je niet door je emoties overvallen te voelen.
Wat levert het op?
Je blijft steviger in het gesprek, zonder dat je jezelf kwijtraakt in je
emoties.
Hoe doe je dit?
- Bepaal vooraf wat je belangrijkste doel is.
- Schrijf een korte zin op die je in gedachten herhaalt waarom je hier zit. Bijvoorbeeld: “Ik ben hier om samen een oplossing te zoeken.”
- Of kies een voorwerp als anker. Zoals een steentje of pen in je hand dat helpt om aan je zin te kunnen denken. Een voorwerp als anker is soms makkelijker.
Waarom?
Overleggen kunnen snel ingewikkeld worden en alle kanten opgaan, waardoor jouw belangrijkste boodschap ondergesneeuwd raakt.
Wat levert dit op?
Jouw inbreng blijft duidelijk staan door je boodschap kort en krachtig te formuleren. Anderen kunnen er ook makkelijker op reageren.
Hoe doe je dit?
- Bedenk: Wat is op dit moment het allerbelangrijkste voor mijn kind?
- Oefen het in één of twee korte zinnen, bijvoorbeeld: “Mijn kind heeft moeite met
prikkels in een grote groep. Hij leert beter met duidelijke structuur en een vaste begeleider. Ik wil graag overleggen welke mogelijkheden jullie op school hebben om mijn kind te ondersteunen.”
Waarom?
Je lichaam en geest zijn verbonden. Probeer vooraf te ontspannen. Als je gespannen bent, beïnvloedt dat hoe je denkt en ook hoe je reageert.
Wat levert het op?
Je start het gesprek krachtiger, duidelijker en met meer rust.
Hoe doe je dit?
- Plan een moment van ontspanning in voordat je naar het MDO gaat. Maak een wandeling, adem diep in en uit of luister naar rustgevende muziek.
- Neem een flesje water mee en zorg dat je comfortabel zit. Kleine dingen helpen om je op je gemak te voelen.
- Herinner jezelf eraan dat je hier bent om samen te werken, niet om te strijden.
- Je kunt begin van het gesprek zeggen dat je je gespannen of emotioneel voelt.
Waarom?
Het is normaal dat er emoties meespelen tijdens een MDO. Het gaat tenslotte om je kind. Wanneer je je aangevallen voelt, kan je snel in een verdedigende
houding schieten of overvallen raken door je emoties. Hierdoor kan je boodschap minder goed overkomen.
Het helpt als je eerlijk zegt wat er met jou gebeurt in een gesprek. Door je emoties te benoemen, blijven jullie beter met elkaar in contact tijdens het gesprek.
Wat levert het op?
Je laat zien dat je je bewust bent van je gevoelens. Je voelt je minder overvallen en het gesprek kan weer worden opgepakt.
Hoe doe je dit?
- Gebruik “ik”-boodschappen in plaats van verwijten. Bijvoorbeeld: “Ik merk dat dit onderwerp me raakt, omdat ik zo graag wil dat mijn kind zich veilig voelt op school.”
- Benoem je intentie. Bijvoorbeeld: “Ik weet dat we allemaal hetzelfde doel hebben: dat mijn kind zich kan ontwikkelen. Laten we kijken hoe we dat samen kunnen bereiken.”
Waarom?
In de wet is meer ruimte voor aanpassingen dan vaak gedacht wordt. Dit kan ervoor zorgen dat oplossingen niet goed gevonden worden. Zoek vooral naar wat wel kan.
Wat levert dit op?
Je opent de deur naar maatwerk en zorgt dat gekeken wordt naar wat wel kan binnen de regelgeving
Hoe doe je dit?
- Vraag aan school of leerplicht: "Welke ruimte is er binnen de wetgeving om maatwerk te bieden?"
- Wees nieuwsgierig en vraag door: "Zijn er scholen of samenwerkingsverbanden die dit al doen?"
- "Wie heeft hier al ervaring mee?” of “Wie zou hier meer over kunnen weten of te weten kunnen komen?”
Waarom?
Wanneer gesprekken lastig verlopen, helpt het om vragen te blijven stellen. Hierdoor blijf je makkelijker met elkaar in contact tijdens het gesprek.
Wat levert het op?
Je voorkomt dat het gesprek vastloopt en laat anderen duidelijk vertellen hoe zij het zien.
Hoe doe je dit?
- In plaats van “Dat klopt niet!”, vraag: “Kun je uitleggen hoe jullie dit zien?”
- In plaats van “Dat hebben we al geprobeerd en dat werkte niet”, zeg: “Wat maakt dat jullie denken dat dit nu wél zou kunnen werken?”
- In plaats van “Jullie luisteren niet naar mij”, zeg: “Ik wil zeker weten dat mijn boodschap goed overkomt. Wat horen jullie mij zeggen?”
Waarom?
Mensen raken sneller overtuigd door voorbeelden van wat wél werkt, dan door een lijst van klachten.
Wat levert dit op?
Je helpt mee om in oplossingen te denken. Je geeft positieve richting aan het overleg door dingen te noemen die wel werken.
Hoe doe je dit?
- Neem een voorbeeld mee van een situatie waarin het goed ging met je kind en leg uit waarom.
- Gebruik zinnen als: "We hebben gemerkt dat X heel goed werkt, hoe kunnen we dat blijven inzetten?"
- Voorbeeld; alle kinderen moeten een spreekbeurt geven en iets vertellen over zichzelf. “Onze zoon kan zich verbaal moeilijk laten horen (bv slechthorend, TOS, LVB), we hebben thuis gemerkt dat hij met foto’s uit zijn leven ook iets kan laten zien en kort kan zeggen. Dan kan hij toch meedoen.”
Waarom?
Een MDO eindigt soms met goede bedoelingen, maar zonder duidelijke afspraken. Hierdoor weet je van elkaar niet goed wat er gaat gebeuren na het overleg. Dit kan voor misverstanden en frustratie zorgen.
Wat levert dit op?
Je zorgt ervoor dat er iedereen weet wat er gaat gebeuren na het overleg en welke vervolgstappen er komen.
Hoe doe je dit?
- Vraag aan het einde: "Wat is de eerste stap die we binnen een week kunnen
zetten?" - Zorg dat verantwoordelijkheden duidelijk zijn: "Wie gaat dit oppakken en wanneer spreken we elkaar weer?"
- Denk aan wat kan er gedaan worden in aankomende 4 uur, 4 dagen, 4 weken en 4
maanden.
Wat kun je verwachten?
De bovenstaande tips worden als document gedeeld via het Ondersteuningsplein OJS. De tips zijn bedoeld om ouders te ondersteunen, maar roepen ook een interessante vervolgvraag op: hoe kunnen we professionals net zo goed voorbereiden op een MDO? Daarover wordt binnenkort verder gesproken binnen VNG.
Krijg ondersteuning van een regioadviseur
Wil je hulp bij het inrichten van het sociaal domein? Of beter leren samenwerken? Onze regioadviseurs staan voor je klaar. Met een berg praktijkkennis kunnen ze goed inschatten wat werkt, wat je hulpvraag ook is.